Het economische verhaal van de Kempen is een verhaal van noeste werkers, kleine en grote ondernemingen, landbouw en vakmanschap. Met het project Arbeid Adelt! legt erfgoedcel Kempens Karakter de komende jaren een focus op het erfgoed dat aan dit thema gelinkt is. Arbeid Adelt! draait om ambachten, agrarisch erfgoed en bedrijfserfgoed. Er is zowel aandacht voor erfgoedzorg als voor publiekswerking. Via regelmatige blogberichten willen we je alvast laten proeven van de diversiteit en rijkdom van dit thema. We starten met een tip voor de zomer: de Oude Ambachtenwandeling in Olen.
Wie Olen zegt, zegt boerkes. Zo bouwde Peter Helsen in 1787 een typisch Kempense langgevelhoeve aan de rand van het gehucht Schaatsbergen. Een unicum voor zijn tijd want de rest van het gehucht bestond voornamelijk uit kleine boerderijtjes, lemen hutten en schuren. Boer Helsen had op zijn boerderij vijf grote lindes staan. Deze zorgden niet enkel voor schaduw, maar ze voorzagen ook de bijtjes van de buurman van lekkere nectar.
Ook Louis Michiels was een boer uit Schaatsbergen met verschillende talenten. Louis was naast boer ook mandenvlechter. Zo’n mand vlechten is een fijn en geduldig werkje! Een mandenmaker is een handwerkman die manden en ander vlechtwerk vervaardigt uit twijgen wilgenhout van 6 tot 8mm diameter en ongeveer 1 meter lang. De twijgen werden vooraf gedrenkt in water om ze soepeler te maken. Bij het vlechten van een mand begint men meestal bij de bodem. De rest volgt vervolgens vanzelf.
Een ander belangrijk beroep was de smid. Olen bestond uit veel meer dan enkel boeren. De boerkes hadden uiteraard ook een hoefijzers nodig. Als oudste zoon van Jan Van Hemelen nam Modest in 1908 op 15-jarige leeftijd de smidse van zijn vader over. De smidse was vlakbij de dorpsschool. De kinderen hingen graag rond in de smidse en keken met grote ogen toe hoe de hoefijzers onder paarden werden geslagen en hoe ijzeren banden rond de karwielen werden gelegd. De smidse was een uitgelezen plaats voor de dorpelingen om de laatste nieuwtjes met elkaar uit te wisselen.
Voor klompen konden de Olenaars van 1933 tot 1947 terecht bij klompenmaker Charel Eyckmans, die vervolgens een café opende op het dorpsplein. Charles gebruikte vooral wilgen- en canadahout. Bij de productie van zijn klompen volgde hij de volgende stappen: het in rollen zagen van de boom, het klieven van de afgezaagde rollen, het ruw bekappen van de buitenzijde van de blokken, het vastpinnen en uitboren van de binnenzijde, het op maat brengen en de juiste pasvorm geven, en het afwerken, versieren en schilderen van de klompen.
In Olen vond je op het einde van de 19e eeuw ook een zeer speciaal beroep: zeeldraaier. Francicus Wagemans, alias ‘Denis Zeel’ oefende deze stiel in de Bulestraat. Zeeldraaien is een techniek waarbij men vertrekt van een drietal touwen of draden die behulp van een werktuig schroefvormig in elkaar worden verstrengeld. Op die manier ontstaat een dikker en sterker touw. Het basismateriaal bestond dikwijls uit de schort van taaie cannabisstokken (kempstokken).
Op de Ambachtenwandeling uiteraard de Buulmolen niet ontbreken. De eerste Buulmolen dateert van 1362. Na een brand in 1774 werd er een tweede molen gebouwd. Deze moest uiteindelijk in 1938 plaatsmaken voor de aanleg van het Albertkanaal. De molen verhuisde naar Antwerpen en keerde pas in 2003 terug naar huis. Het molenaarsberoep stond synoniem voor hard labeur. De windmolenaar moest malen als er wind was, dag of nacht. Verschillende generaties molenaars van de familie De Ceuster hielden dit meer dan een eeuw vol!
Doe de Oude Ambachtenwandeling
Wil jij de Olense ambachten op een unieke manier leren kennen? Trek dan je stoute wandelschoenen aan en ga op pad! Alle informatie over De Oude Ambachtenwandeling vindt je hier.
Ambachtendag Heemkring Het Molenijzer
Krijg je niet genoeg van ambachten en vakmanschap? Ga dan zeker ook eens een kijkje nemen op de ambachtendag van Heemkring Het Molenijzer in Putte. Op zondag 13 augustus kan je er van 12 uur tot 19 uur verschillende ambachten ontdekken!