Wanneer de vele natte maanden van de winter misschien wel echt voorbij zijn en we beseffen wat ‘Moeder Natuur’ ons van frisgroen lindeblad brengt, kondigen zich niet alleen de welgekomen fietstochten aan, maar dit is ook het seizoen van de voettochten en bedevaarten naar Scherpenheuvel vanuit de Kempen.

Even zeer zoals het christelijke kerstfeest het Germaanse Joelfeest verving, zo ook wordt sinds mensenheugenis in mei, na de maartse buien en aprilse grillen, gevierd dat de natuur de vruchten uit de grond tovert en toont de nederige mens zijn dankbaarheid aan Moeder Natuur, in onze christelijke traditie uitgebeeld als Moeder Maria. De Mariaverering gaat dan ook al eeuwen mee. Geen gehucht of sierlijke boom in een dorp, of er is wel een kapelletje in te vinden, in de meimaand opgetooid met kleurrijke bloemen, echte of papieren. Het perkje ervoor netjes gewied en geharkt, een kaars erbij en meestal nog een bankje waar het fijn vertoeven is in de lommerte van het ontluikende bladgroen.

Bij sommige van deze kapelletjes wordt nog gebeden en blijven de mensen nabuurten. Zo ook in de Valvekenstraat in Lille, ter hoogte van huisnummer 38, waar destijds Roos Hassel Geentjens met haar paternoster de gebeden aaneen reeg. Sinds midden jaren ’80 werd ze daarin opgevolgd door haar dochter Marie Hassel Raeymaekers, die dat als krasse negentiger nog steeds getrouw in de meimaand blijft verderdoen. Het is daar gezellig toeven in de Valvekenstraat, waar Marie destijds samen met haar broer Stan nog bij het kapelletje zat. Enkel op Pinksterzaterdag en -zondag was er Stan niet bij, want dat is sinds 1948 het moment dat hij ieder jaar opnieuw naar Scherpenheuvel trok. Zelf zou hij het 51 keer volbrengen, en heeft daarmee een aanstekelijke traditie opgezet, waarbij een vaste route wordt gevolgd en er ondertussen al decennialang een strikt schema wordt gevolgd.

…Maar wat misschien velen niet wisten, is dat de Valvekenstraat de plek is, die al in 1626 de aanleiding gaf voor een eerdere bedevaart naar Scherpenheuvel. Wie de Lilse bijnaam kent, de Krawaten, weet misschien dat destijds Croaten langs het Valveken passeerden op weg naar Wechelderzande. Peter Sas, die aan het Valveken aan het werk was, leidde de Croaten echter de dood in. De historie en de dubieuze rechtspraak van toen gaven de Lillenaren hun bijnaam. En Peter Sas en zijn trawanten? Die werden in 1626 vrijgesproken, maar zij hebben wel een bedevaart ondernomen naar Scherpenheuvel! Scherpenheuvel was vroeger een gehucht van Zichem, maar groeide enorm door de bedevaarten en in 1605 kreeg het stadsrechten. De koepelkerk van Scherpenheuvel was toen zelfs “nieuwbouw”, gebouwd op initiatief van aartshertogen Albrecht en Isabella. De inwijding van de kerk gebeurde in 1627 door de aartsbisschop van Mechelen, Jacobus Boonen. Pas in 1922 werd de kerk een basiliek.  (achteraan deze tekst vind je een iets meer uitgebreide documentatie uit Lille, Het Croatendorp, van de hand van Jos Willems en Jos Aerts)

Tot daar het zijsprongetje. De aanleiding van de bedevaarten in de 20ste  en 21ste eeuw hebben meestal geen achtergrond van boetedoening, maar van een grote dankbaarheid. En zo -gelukkig- ook de jaarlijkse tocht naar Scherpenheuvel vanuit de Valvekenstraat in Lille.

Hoe is die bedevaart van Stan (°Lille, 5 december 1929) ontstaan? In het najaar van 1945 waren er bevrijdingsfeesten in Antwerpen. Stan werkte toen in Antwerpen als 15-jarige. Omwille van de feesten mochten de arbeiders die dag een uur vroeger stoppen met werken. Om de drukte te vermijden vertrok Stan met de tram naar huis, maar ter hoogte van de Carnotstraat werd hij ongelukkiglijk uit de tram getrokken (die hadden toen geen deuren of die bleven open staan tijdens het rijden) en kwam hij onder de tram terecht, waardoor hij beide benen verloor. Maandenlang verbleef hij in het Stuyvenbergziekenhuis in Borgerhout. Op de dag dat hij naar huis kwam, moet iemand aan de pastoor verteld hebben: ”Ze brengen Stan naar huis van het ziekenhuis”. Blijkbaar was het zo dat ofwel iemand van het ziekenhuis kwam (levend) of dat ze hem brachten… Misverstand van de pastoor en toen Stan bij aankomst in Lille vroeg voor wie de doodsklokken luidden…. Gelukkig een misverstand, want Stan was wel zijn twee benen kwijt, maar springlevend. Zijn levensmotto is er steeds één geweest om opgewekt door het leven te gaan. Hoewel hij zich aanvankelijk in huis voortbewoog met een plateau onder zijn zitvlak gebonden rond de beenstompen en met twee gietijzeren strijkijzers in de handen als steun, begon hij aan een ander, schitterend leven! Proteses lieten nog op zich wachten; het was oorlog geweest en die proteses gingen eerst naar de oorlogshelden en volwassenen, want die ontgroeiden de proteses niet. Stan kon echter wel een rolstoel op de kop tikken: een tweedehandsexemplaar met een voorwielaandrijving. Als jonge gast kon hij zo een fenomenale armkracht ontwikkelen en bouwde hij plannen voor meer. Met de rolstoel en zijn zus Marie trok hij er bijvoorbeeld op uit naar Vlimmeren en omstreken om geiten te kopen, vaak een zware tocht door het mulle zand! Maar tochten die hilarische familieverhalen zouden opleveren die meer dan 75 jaar later nog geregeld worden opgehaald!

En dat deed Stan dromen van meer en samen met de kameraden en buren (er woonden toen nog niet zoveel mensen in de straat en dus was het gezelschap niet zo groot), werd het plan gesmeed voor een bedevaart naar Scherpenheuvel.

In het boek “Lille, het Croatendorp” staat een hoofdstuk dat niet helemaal correct is. Stan heeft nooit in het College van Herentals gezeten en het jaartal 1945 klopt ook niet als eerste bedevaart. Maar de deelnemers van de eerste tocht staan er wel in: Stan Raeymaekers, Frans De Bie, Karel Dockx, Staf Wolput, Gust Dockx, Josée Dockx, Magriet Dockx, Mariette Dockx, Julia Dockx en Maria Raeymaekers. Het was een zoektocht om een min of meer goede weg te vinden, want aangepast schoeisel bestond niet (de meeste hadden 1 paar schoenen of zelfs alleen houten klompen) en tot op vandaag wordt nog steeds die weg gevolgd. De enige grote aanpassing is er gekomen toen de ring van Herentals werd aangelegd en men het centrum vermijdde omdat daarin zoveel smalle stoepen en hoge stoepranden waren dat de ring makkelijker was dan een binnenstad… iets over rolstoeltoegankelijke paden , zeker?

De weg gaat zo van Lille in de Valvekenstraat 38 naar de Wechelsebaan, links naar het centrum Lille en recht naar het centrum van Poederlee, over de Herentalsebaan (N153) naar de ovonde van de Herentalse ring, de ring volgend tot aan de lichten van ‘Primalux’ (N13) en links het kanaal en snelweg over naar Olen (N152), waar de eerste rustplaats is in De Pelikaan, die dan door de lokale harmonie even wordt geopend om de bedevaarders te bedienen. Dan steken we de markt over de Drogebroodstraat in en Boerenkrijglaan, die wordt Mechelsestraat en rechts de Schuurveldstraat in en meteen links de Bremstraat. Einde links de Ilsestraat, rechtdoor de Bosstraat, die rechts de Oevelsedreef naast de abdij van Tongerlo inslaat (Op dergelijke ‘stille’ plaatsen werd in het verleden tijdens de bedevaart nog veel gebeden en gezongen. Twee fenomenen daarin waren Rita Van Tiggelt die vooraan in de groep bedevaarders een “Ave” inzette, beantwoord door Louis Raeymaekers, jongste broer van Stan…). Dan wordt er door de abdij gestapt in de Boerenkrijglaan tot aan de tweede halte ‘Sooi Van ’t Hof’. De ring (N19) wordt gevolgd tot aan de N19c, de Diestsebaan, die leidt langs Mie Maan. Sinds enkele jaren laten we die links liggen en verdelen zo de afstanden tussen de haltes evenrediger. We stappen door tot aan de grens met Vlaams-Brabant en stoppen in café Moody Blue. Verder gaat het over de N212 de Herseltsebaan, langs de abdij van Averbode waar de weg Westelsebaan gaat heten, Ernest Claesstraat in Zichem, Markt, Pater Richard Van de Wouwerstraat, Steenweg op Scherpenheuvel die wordt Molenstraat en nog voor het kerkhof slaan we links in de Bouckaertstraat en het laatste rechte stukje de Rozenkranslaan in. Daar staan een menigte , vooral Lilse mensen, de bedevaarders op te wachten om hen met applaus te feliciteren met hun bedevaart van 40 km. De bedevaarders zijn dan om 10.30u in Lille vertrokken en komen aan rond 19u.

De meesten keren die avond nog terug met hun vrienden en familie in de auto, na de mis. Maar een aantal vatten de tocht terug aan, de volgende morgen bij zonsopgang. De wekker gaat af om 4 uur en de tocht richting Lille kan starten. Meestal komen de bedevaarders rond 13.30u terug aan in de Valvekenstraat. Misschien met niet zo velen, maar hechter kan een groep niet zijn. En qua getal is het nog steeds ongeveer zoals in de eerste jaren toen Stan ermee begon. Gelukkig is de aanstekelijkheid groot, de groep een plezante bende en de organisatie eenvoudig maar heel efficiënt! Toen de groep van een klein groepje vrienden die zonder iets mee (buiten een ‘schoofzak’ en drinken) van Lille naar Scherpenheivel stapten en na de mis meteen terugkeerden,  evolueerde naar een grotere en later nog grotere groep (in 1997 bij de 50ste tocht waren er meer dan 140 bedevaarders), was het belangrijk dat enkele dingen zouden veranderen. Niet iedereen kon een tocht van 80 km zonder enige rust of wat verzorging aan. Er kwam een wagen voor wat kleine bagage, Flor Boeckx nam een EHBO-koffertje mee (vooral om blaren ter verzorgen), er werd een slaapplaats gezocht bij een boer,… met een grotere groep is het ook belangrijk dat je overal doorgang hebt ( Vlaamse wegenwerken, weet je wel?). Stan maakte vroeger de tocht enkele dagen voordien om te kijken of alles in orde was en een babbel met de pastoor te doen die de bedevaarders goed zou ontvangen, het hoorde er allemaal bij. In 1998 zou Stan voor de laatste maal de tocht aanvatten. Het jaar voordien werd de 50ste editie mooi gevierd. Omwille van gezondheidsproblemen zal de 52ste editie moeten doorgaan zonder Stan, maar tot in 2005 zou hij de voetgangers nog steeds met de auto volgen, hen met een kwinkslag een hart onder de riem steken. Zijn schelle “Mannekes, komaan, we zijn veut (verder)!” blijft nagonzen in mijn hoofd. Je veerde meteen recht en zette de tocht verder, want het tijdschema, zorgvuldig opgesteld en gevolgd en bewaakt door Stan en Staf Van der Auwera, wordt nog altijd gerespecteerd, nu door Frans, de zoon van Stan. In 2024 zal op 18 mei de 75ste bedevaart vanuit de Valvekenstraat vertrekken om 10.30u. Stan zal niet meegaan, maar zal in onze harten meereizen naar Scherpenheuvel. De leuke anekdotes van de voorbije 75 jaar zullen onderweg zeker worden opgehaald en gedeeld met de wandelaars die de laatste jaren aansluiten. De bedevaart van weleer is meer een vriendschappelijke wandeltocht geworden waar iedereen welkom is. Sluit zeker aan, het is de moeite.

Sinds enkele maanden heeft Frans de rolstoel van Stan uit 1924, die sinds 1948 en tot in 1999 werd gebruikt, helemaal opgeknapt. Misschien zal die de 75ste tocht meedoen…

De hand aangedreven rolstoel van Stan uit 1924, opgeknapt in 2024 door Frans Raeymaekers

Foto van Stan, Marie (die ook enkele keren meestapte) en Jef Raeymaekers rond 1940. Foto genomen in de Valvekenstraat, exact op de plek waar nu de jaarlijkse bedevaart vertrekt.

Meer info

Je kan een variant van de route die ze jaarlijks wandelen van Lille naar Scherpenheuvel ontdekken op de interactieve kaart van Op het ritme van de Kempen. De originele route volgt de grote wegen naar Scherpenheuvel aangezien Stan meeging met een hand aangedreven rolstoel.

Meer over het project ‘Op het ritme van de Kempen’ vind je hier.

Tekst: Ronny Vermeiren