Vroeger gingen pelgrims op tocht om boete te doen, nu is het meer een trektocht om jezelf tegen te komen,” aldus Jules Van Olmen uit Noorderwijk. Wanneer hij op pensioen gaat, vat hij het plan op om vanuit de Kempen naar Santiago de Compostela te stappen. Tijdens het stappen neemt hij de tijd voor een terug- en vooruitblik op het leven; wat heb ik al allemaal meegemaakt, en wat wil ik nog meemaken.

De route vanuit de Kempen

Jules stapt via de GR5 naar Olen Centrum en zo naar de Abdij van Tongerlo. Daar pikt hij aan op de Santiagoroute: de Via Monastica. Die vertrekt in Vessem (Nederland) doorkruist heel België – en dus ook de Kempen – om in de Franse vestingstad Rocroi aan te sluiten op de Via Campaniensis.

Zijn eerste pelgrimsdag sluit Jules af in het bekendste bedevaartsoord van Vlaanderen: Scherpenheuvel en slaapt er in het Huis van de Pelgrim.

Dag na dag ontdek je als pelgrim wat het is om zolang op weg te zijn, en alleen te zijn. Als je nog in België bent, denk je niet dat je van huis bent. Als je naar huis belt, ben je zo meteen weer thuis. Pas wanneer je in Frankrijk aan het stappen bent en je ziet je weg op de kaart vorderen, begin je je stilaan pelgrim te voelen.

Ongeschoren en toch geholpen

Onderweg passeer je regelmatig een dorpje zodat je je kan bevoorraden. De meeste pelgrims gaan op stap zonder tent en rekenen erop om onderweg slaapplaats te vinden. Pelgrimeren is reizen zonder luxe en content zijn met veel minder dan thuis. Om te kunnen overnachten in kloosters en albergues laat je ondereg je pelgrimsboekje afstempelen in kerken en gemeentehuizen. Soms slaap je ook bij mensen thuis die zijn aangesloten bij het Compostelagenootschap.

Door de kenmerkende Sint-Jakobsschelp aan je rugzak weet iedereen dat je een pelgrim bent op weg naar Compostela. Mensen zijn ook meer geneigd om je te helpen, zelfs als je ongeschoren bent. Veel mensen zijn dan ook nieuwsgierig en vragen naar wat je doet en hoe lang je al onderweg bent.

Een tocht voor jezelf

Veel mensen zeggen: “Ik ben niet katholiek, ik heb niets te zoeken in Compostela.” Ook voor Jules had dat dat er niets mee te maken. Veel pelgrims zijn onderweg om zichzelf te ontdekken, of iets te verwerken. Onderweg zijn, content zijn met weinig, back to basic gaan: dat zorgt ervoor dat je op termijn tot jezelf komt.

Back to reality

Na negentig dagen wandelen, vliegt Jules met het vliegtuig terug naar huis. Het is een cultuurschok om terug in een samenleving te stappen waar ‘op tijd zijn’ van groot belang is. Wanneer het vliegtuig landt, beginnen de andere passagiers haastig op zoek te gaan naar hun handbagage om zo snel mogelijk uit het vliegtuig te raken. Jules blijft echter rustig zitten om als laatste van het vliegtuig te stappen … en zijn rugzak rolde als eerste van de bagageband. Toeval, of niet.

Als je terug thuis bent, is het moeilijk om uit de mallemolen van het dagelijkse leven te stappen. De realiteit zuigt je er automatisch terug in. Jules heeft wel geleerd om ’s nachts ergens van wakker liggen. Dat is niet nodig, want vanuit je bed kan je het toch niet oplossen.

Een wandelverslaving

Terug thuis, staat Jules de de eerste dagen terug op om te gaan wandelen. Hij zit in een vast wandelritme, en kan niet anders dan er mee door te gaan. Eens je de microbe van het pelgrimeren te pakken hebt, ga je ook terug op pad. Want onderweg kom je andere pelgrims tegen die zeggen: “Ik heb route X of Y gedaan: die is ook de moeite.” En dan wil je die zelf gaan uitproberen.

Ondertussen is Jules al zes keer naar Compostela gestapt. De eerste keer in 2013, toen stapte hij van mei tot augustus naar Spanje. De volgende keren splitst hij zijn tocht telkens op in twee delen. Zijn volgende pelgrimstocht gaat naar Rome: het eerste deel van Noorderwijk naar de Grote Sint-Bernhardpas heeft hij al gestapt. Later stapt hij nog de rest van de route tot in Rome.

Meer info

Je kan de route die Jules wandelde ontdekken op de interactieve kaart van Op het ritme van de Kempen.

Meer over het project ‘Op het ritme van de Kempen’ vind je hier.